Van La Paz naar New York - deel 1 - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van paul Dalebout - WaarBenJij.nu Van La Paz naar New York - deel 1 - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van paul Dalebout - WaarBenJij.nu

Van La Paz naar New York - deel 1

Door: Paul

Blijf op de hoogte en volg paul

16 Mei 2007 | Bolivia, La Paz

Dag lieve vrienden en familie,

Ik werd zojuist door de heer Dennis Deelen (in Zuid Amerika beter bekend als ‘Dennis Compartir’) op de vingers getikt over het feit dat mijn BLOQ onder een dikke laag stof bedekt is. Dat mensen denken dat ik nog steeds door Patagonië rondloop en inmiddels in een soort bosjesman moet zijn veranderd. Niets is minder waar, want als ik nu uit mijn raam kijk, zie ik Broadway. En zelfs de minst ontwikkelde bosjesman weet dan waar ik ben. Ik zit in de Big Apple, the city that never sleeps. Ben alleen vergeten het nieuws van te voren te verspreiden.

Am I part of it? Right into the heart of it? Ehm, niet echt om eerlijk te zijn. Mijn hart vertelt mij de laatste weken vooral hoe moe het is van reizen. Een stad als New York kan daar niet echt verandering in aanbrengen. Ja, het is mooi, het is prachtig en indrukwekkend en onvoorstelbaar dynamisch en zo groot. Maar nee, het is niet mijn stad. Kennen jullie Donald Trumps ‘The aprentice’? (die serie waarin de opvolger van Donald Trump wordt gekozen). Nou, het voelt hier als één grote ‘The aprentice’. NY is een soort maalstroom van mensen die mooi gekleed vlot praten en dan snel bellen om vlug even wat te eten en dan een rondje door Central Park te rennen. In de stad woont allang geen New Yorker meer, die zijn allemaal gevlucht. De stad is vol van jonge honden die hun droom komen verwezenlijken. Wat op zich te prijzen is, maar hun droom is de mijne niet, zullen we maar zeggen. Oftewel hun droom bestaat vooral uit het verdienen van geld, veel geld. Want dat is waar het hier allemaal om draait. Of zoals Ben – een leuke New Yorker die ik gisteren tegen kwam – het zegt: if you want to get laid, just tell her that you have money.

OK dan, jullie hebben hem door: daar wordt dit jongetje niet warm of koud van (wel onrustig, de sfeer slaat toch over). Neemt niet weg dat hier mooie dingen te beleven zijn. Morgenavond ga ik naar een Broadway voorstelling met Kevin Spacey (meer dan 100 ff-n USD voor een kaartje) en vanavond naar een Standup Comedy. Samen met mijn nieuwe vriend Ben (ex navy, ex bouwvakker en nu yoga leraar!!) Gisteren op een toeristenbus rondgereden met een Japanse tolk die qua woordenschat vloeiend was in Engels, maar qua uitspraak nog een hoop te leren had. Maar wat een vrolijk mens. We hebben zo gelachen. Iedere keer als ze wat zei, begreep niemand er wat van en dan vroeg ze vervolgens wat aan de reizigers ‘hu haz zeen za muvi whe hally me sally?’. Iedereen lach dan in een deuk en zij zei ‘haha, ju ar oll so sy!’ Hahaha.

Voor NY was ik een week in Minneapolis. Even iets anders dan de hectiek hier. Minneapolis is een stad die meer weg heeft van één groot park. Alle huizen hebben een tuin en zijn vrijstaand. Overal is het groen en ook al betekent Minnesota (de staat waarin Minneapolis ligt) letterlijk in de inheemse taal van de streek ‘land van de 10.000 meren’, dat zegt nog niet dat het er ook 10.000 zijn. Die indianen konden namelijk niet tellen. Toen Uncle Sam de telling nog eens over deed, bleken het er 120.000 te zijn. Kortom, groen, blauw en af en toe een kast van een huis.

Boodschappen doen? Auto! Naar de kroeg? Auto! Even een balletje gooien? (honkbal, sport número uno) Auto! En ga zo maar door. Iedereen klagen over de benzineprijs, 0,75 dollar per liter. Ik de europese prijs noemen. Iedereen stil. Zij vertellen hoeveel de auto’s hier drinken (1 op 5 gemiddeld). Ik weer stil. Je begrijpt het: Minneapolis, groen, blauw en erg stil.

Waarom was ik daar? Zo zullen jullie je afvragen. (mooie stijlvorm, niet?) Nou, komt ‘ie (P, ik denk aan je): ik bezocht in Minneapolis Maren. Maren is een vriendin die ik op de camino (zie hyperlink ergens links in je scherm) heb leren kennen. Met Maren bracht ik een weekje door in de thuisplaats van Bob Dylan en Prince (alias tafkap en the symbol). Ik bezocht een beisbol wedstrijd (zo zeggen ze dat in Zuid Amerika, geheel overbodig hier te vermelden, maar geef toe, het is een schattig woord) van de Twins (tegen de Boston White Sox) en zag bij toeval een schitterend spektakelstuk waarin de Twins de White Sox er in de ‘Bottom of the 11th’ afsloegen met een ‘walk off homerun’ van hun ‘MVP, Morneau’. Je begrijpt het: mij hoef je niets meer over het spelletje te leren. Wat een beleving! Mijn haat-liefde verhouding met de Amerikanen slaat voor één avond vol door naar de liefde zijde. Die lui die kunnen tenminste sport waarderen. De hele toko gaat uit zijn dak als het scorebord zegt ‘make some noice’ en als de camera rondgaat door het publiek, springt iedereen op om zijn boody te shaken. Kijk, daar kan dat suffe publiek in de ArenA nog wat van leren. Naast de sportieve hoogtepunten, beleef ik een culinaire top tijdens de wedstrijd: ik eet een hotdog, begeleid door een Budweiser!! Als ik ook nog stop met denken, kan ik me Amerikaan noemen (oeps, dat hebben jullie niet gelezen).

Mooi bruggetje naar de Amerikanen en wat ik hier zoal opmerk. Wat mij vooral opvalt is hoe alles gericht is op comfort. Je kan hier zo makkelijk leven zonder je ergens druk om te maken, als in een soort continue trans. Echt onvoorstelbaar. Eten? In de auto bel je de take away, als je de parkeerplaats oprijdt, komt er een mannetje aangelopen met je eten. Je opent je raam (elektrisch, maar goed, je moet i.d.d. wel op het knopje drukken) en geeft je cc (waar je hier echt overal mee kunt betalen, zou me niet verbazen als zelfs zwervers VISA accepteren), vervolgens wacht je even tot het knaapje terug is, je zet je krabbel en… that’s it. Of als je niets te doen hebt: ff tv aan en altijd een mooie sportwedstrijd er voor (honkbalteams spelen 6 van de 7 dagen een wedstrijd. 162 in het reguliere seizoen, zonder play offs). In restaurants word je elke 5 seconden gevraagd of je nog iets nodig hebt. Niet eens om extra aan je te verdienen. Het wordt als slechte service gezien als je zelf ergens om moet vragen…

OK, comfort dus. Ver doorgevoerd, maar het is erg aanstekelijk. Tegelijkertijd sta ik versteld van hoe een luilekkerlandje dit is in vergelijking met alle landen die ik hiervoor heb bezocht (met name Zuid Amerika natuurlijk). Wat me vooral raakt, is hoe niemand zich daarvan bewust is (mijn moeders woorden ‘je weet niet half hoe goed je het hebt’ komen bij me op). En tegelijkertijd hoe niemand echt gelukkig lijkt te zijn. Iedereen rent, holt en loopt op de toppen van zijn tenen om aansluiting te houden. Niemand leeft. Niemand lijkt echt te zien wat er gebeurt. Ogen kijken me vluchtig aan om dan weer rusteloos ergens anders heen te kijken. Gesprekken gaan over allerlei oppervlakkigheden. Meningen zijn kort door de bocht en worden sneller gevormd dan de gemiddelde McDonalds maaltijd wordt bereid. Misschien is het meest onthutsende nog wel dat dit land de wereldmacht nummer één is. Onthutsend, omdat de mensen hier absoluut niet ‘in control’ zijn. Als deze groep van blind achter elkaar aan rennende mensen de macht heeft, dan kan dat niet goed zijn.

Tsja Amerika, dat rijmt op Bolivia. En in Bolivia was ik de 1,5 maand voordat ik naar de States ging (ik geef toe, dit is het lelijkste bruggetje dat ik had kunnen bedenken). Bolivia, het armste land van het Zuid Amerikaanse continent. Bolivia, het land waar grote grote delen van de bevolking met minder dan 1 dollar per dag moet leven (en dat wordt internationaal als de absolute armoedegrens gezien). Het land waar de vrouwen met Engelse bolhoeden en hoepelrokken lopen (overblijfsel van het koloniale tijdperk). Het land ook waar sinds kort een linkse president regeert, die naast heel veel goede dingen te doen ook een hoop haat verspreidt (met name tegen alles wat met het westen geassocieerd kan worden). Het gevolg is dat ik meer dan in welk ander Zuid Amerikaans land, met grote regelmaat met de nek aangekeken wordt of recht in het gezicht voor rotte vis wordt uitgemaakt. Taxichauffeurs lichten me op (evenals muziekleraren, maar daarover verderop meer), marktverkopers schelden me uit en het ergste van alles: mensen kijken echt op me neer, verachten me, puur door mijn uiterlijk. Maar Bolivia is meer dan dat. Vele mensen zijn overweldigend aardig (zoals de man die Rita en mij een hapje te eten maakt als we uitgeput in een gehucht op het platteland aankomen), de kinderen zijn aandoenlijk en zooo knap, het landschap is schitterend en – wrang genoeg dankzij de armoede – alles is zo authentiek.

- Dit bericht wordt vervolgd, natuurlijk om mijn Boliviaanse vlaggetje te scoren :)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Bolivia, La Paz

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

16 Mei 2007

Van La Paz naar New York - deel 2

16 Mei 2007

Van La Paz naar New York - deel 1

09 Maart 2007

Back to life

09 Maart 2007

Happy Christmas

23 December 2006

Kinderen voor kinderen
paul

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 211
Totaal aantal bezoekers 22321

Voorgaande reizen:

18 Juli 2006 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: